Project details

or


Medisch onverklaarde klachten en somatisatie: de interactie tussen psychische en lichamelijke factoren

Keywords:
psychosocial stress medically unexplained symptoms

Researchers:
Prof. dr. J.G.M. Rosmalen

Nature of the research:
Longitudinaal, multidisciplinair, bioepidemiologisch, e-health

Fields of study:
health psychology psychiatry internal medicine

Background / introduction
Psychosomatiek is onderzoek dat zich richt op een gebied dat medici, psychologen en filosofen al eeuwen fascineert: het grensvlak tussen lichaam en geest. Bij lichamelijke klachten die niet verklaard kunnen worden door objectieve medische bevindingen zegt men al gauw dat ze psychosomatisch zijn, oftewel een psychische oorzaak hebben. Maar is dat wel zo, en hoe werkt dat dan precies? En hoe komt het eigenlijk dat sommige mensen nooit dit soort klachten hebben, terwijl anderen er zwaar onder gebukt gaat? Heeft dat nou met hun fysiologie te maken, of met hun psychosociale omstandigheden? En waarom krijgt de één last van zijn darmen (zoals bijvoorbeeld bij een spastische darm), en de ander van zijn spieren (zoals bijvoorbeeld bij fibromyalgie)? Of zijn dit eigenlijk allemaal termen voor hetzelfde probleem, gezien de overlap in klachten? Het doel van ons onderzoek is na te gaan of, en zo ja hoe, het risico op diverse medische onbegrepen klachten verband houdt met biomedische of psychosociale kenmerken van personen voordat ziekten zich geopenbaard hebben.
Research question / problem definition
Gezien de grote hoeveelheid data die verzameld worden, zijn er diverse vraagstellingen mogelijk, afhankelijk van de eigen interesse van de student. Enerzijds kan er op groepsniveau onderzoek gedaan worden naar factoren die lichamelijk onbegrepen klachten beënvloeden. Een voorbeeld is of chronische stress leidt tot een permanente verandering in het functioneren van de HPA-as, en daarmee tot een verhoogd risico op medisch onbegrepen klachten. Een ander voorbeeld is of (dys)functioneren van het autonome zenuwstelsel gerelateerd is aan bepaalde medisch onbegrepen klachten. Ook een interessante vraag is of, en op welke manier, persoonlijkheid de kans op medisch onbegrepen klachten verhoogt. En welke rol speelt de sociale omgeving eigenlijk bij dit soort klachten?

Daarnaast kan met dagboekonderzoek gekeken worden welke factoren bij de individuele patiënt een rol spelen bij het ontwikkelen van medisch onbegrpen klachten.

Maar er zijn natuurlijk nog veel meer interessante vraagstellingen te verzinnen.
Workplan
In de afgelopen jaren is de gezondheidtoestand van duizenden mensen uit Groningen en omgeving gevolgd. Dit betreft zowel volwassenen (zie www.PREVEND.org, of www.lifelines.nl) als kinderen (zie www.TRAILS.nl). Bij al deze mensen worden zowel psychosociale als biomedische data verzameld. Het psychosociale deel omvat onder andere een psychiatrisch interview, een intelligentietest, persoonlijkheidsvragenlijsten en vragen naar stress en de sociale omgeving. Het biomedische deel van de data omvat onder andere algemene lichamelijke parameters (zoals lengte, gewicht, taille- en heupomvang) en cardiovasculaire parameters (zoals hartfrequentie, bloeddruk, eventuele ECG-afwijkingen, baroreflexgevoeligheid en hartritme variabiliteit als maat voor autonome zenuwstelsel functie). Bovendien is bloed verzameld voor bepalingen naar het functioneren van het metabole systeem (zoals cholesterol en glucose) en bepalingen naar de aanwezigheid van chronische ontstekingen (zoals CRP en fibrinogeen). In de tevens verzamelde urine is de hoeveelheid cortisol gemeten om het functioneren van de HPA-as in kaart te brengen. Door middel van epidemiologische analyses zal worden getoetst welke factoren risicofactoren zijn voor medisch onbegrepen klachten.

Daarnaast wordt er in het kader van het Grip (grip op klachten project) een webapplicatie ontwikkeld, waarmee middels vragenlijsten en dagboekonderzoek patiëntspecifieke behandeladviezen gegenereerd worden. In het kader van dit project is er divers e-health onderzoek mogelijk.
References
1. Van Gils A, Burton C, Bos EH, Janssens KAM, Schoevers RA, Rosmalen JGM (2014). Individual variations in
temporal relationships between stress and functional somatic symptoms. Journal of
Psychosomatic Research, 77(1):34-9

2. van Ockenburg SL, Tak LM, Bakker SJ, Gans RO, de Jonge P, Rosmalen JG. Effects of adverse life events on heart rate variability, cortisol, and C-reactive protein. Acta Psychiatr Scand (in press).

3. Janssens KAM, Rosmalen JGM, Ormel J, van Oort F, Oldehinkel AJ (2010). Anxiety and depression are rather risk factors than consequences of functional somatic symptoms in a general population of adolescents: The TRAILS study. J Child Psychol Psychiatry 51(3):304-312

4. Tak LM, Riese H, de Bock GH, Manoharan A, Kok IC, Rosmalen JGM (2009). As Good As It Gets? A Meta-Analysis and Systematic Review of Methodological Quality of Heart Rate Variability Studies in Functional Somatic Disorders. Biol Psychol 82(2):101-110

5. Kingma EM, Tak LM, Huisman M, Rosmalen JGM (2009). Intelligence is negatively associated with the number of functional somatic symptoms. J Epidemiol Comm Health 63(11):900-905

6. Janssens KAM, Oldehinkel AJ, Rosmalen JGM (2009). Parental overprotection predicts the development of functional somatic symptoms in young adolescents. The TRAILS study. J Pediatrics 154(6):918-923

7. Tak LM, Bakker SJL, Rosmalen JGM (2009). Dysfunction of the hypothalamic-pituitary-adrenal axis and functional somatic symptoms: A longitudinal cohort study in the general population. Psychoneuroendocrinology 34(6):869-877

8. Kroenke K, Rosmalen JGM (2006). Symptoms, Syndromes and the Value of Psychiatric Diagnostics in Patients who have Functional Somatic Disorders. Med Clin N Am 90:603-626

9. Rosmalen JGM, Oldehinkel AJ, Ormel J, de Winter AF, Buitelaar JK, Verhulst FC (2005). Determinants of salivary cortisol levels in 10-12 year old children; a population-based study of individual differences. Psychoneuroendocrinology 30(5):485-497
back to toptop